I-92 Verdienter Bauarbeiter der Deutschen Demokratischen Republik
Beschrijving
Achtergronden
De eretitel "Verdienter Bauarbeiter der Deutschen Demokratischen Republik" (verdienstelijke bouwarbeider van de DDR) werd ingesteld op 5 oktober 1972. De titel werd toegekend voor:
superieure prestaties bij het vervullen van de economische opgaven in de bouw;
bijzondere verdiensten en initiatieven in de socialistische concurrentie;
uitstekende prestaties op wetenschappelijk technisch gebied en de rationalisering in de bouw;
langjarige ten voorbeeld strekkende inzetbereidheid.
De titel werd maximaal 50 maal per jaar verleend. Bij de eretitel hoorde een medaille, een oorkonde en een geldpremie. De medaille werd op de linkerborst gedragen.
Typen medailles
De medaille die bij de eretitel "Verdienter Bauarbeiter der Deutschen Demokratischen Republik" werd uitgereikt, is goudkleurig, rond en heeft een diameter van 30 mm. Op de voorzijde staat een bouwvakker voor een bouwwerk.
Op de achterzijde staat het staatswapen van de DDR en de tekst: "VERDIENTER BAUARBEITER DER DDR".
De medaille is bevestigd aan een blauw, rechthoekig lintje met aan de buitenzijde van binnen naar buiten een gele, rode en zwarte smalle verticale baan. Daarop is een klein metalen staatswapen aangebracht. Het losse draagteken is identiek hieraan.
Draagteken
Afgebeeld is een reproductie van het stoffen draagteken voor de toekenning van eretitel "Verdienter Bauarbeiter der Deutschen Demokratischen Republik". Het originele draagteken is gemaakt voor op het "Gesellschaftsjacke" van Erich Mielke, de minister van Staatsveiligheid. Hij werd onderscheiden op 28 december 1977; een 'verjaardagscadeau' voor zijn 70ste verjaardag.
Bronnen
Frank Bartel, Auszeichnungen der Deutschen Demokratischen Republik von der Anfängen bis zur Gegenwart, Berlin 1979, p.133.
Frank Bartel, DDR Spezialkatalog 1949-1990 Band I, Staatliche Auszeichnungen, Berlin, 2003, p.73.
Klaus H. Feder & Uta Feder, Auszeichnungen im Ministerium für Staatssicherheit der DDR, Rosenheim 1996, p.120-129.
Günther Tautz, Orden und Medaillen. Staatliche Auszeichnungen der Deutschen Demokratischen Republik, Leipzig, 1983, p.158.