Op 28 april 1955 werd de "Medaille für treue Dienste in der Deutschen Volkspolizei" (medaille voor trouwe dienst in de Duitse Volkspolitie) ingesteld in drie treden: Stufe III (voor 5 dienstjaren), Stufe II (voor 10 dienstjaren) en Stufe I (voor 15 dienstjaren). De medaille werd toegekend aan medewerkers van Duitse Volkspolitie en medewerkers van het Staatssecretariaat van Staatsveiligheid voor trouwe, correcte en eerlijke plichtsvervulling. De eerste toekenning volgde op 1 juli 1955; de datum waarop men vierde dat de Deutsche Volkspolizei 10 jaar bestond.

Zodra Stufe II werd toegekend, moest de medaille en oorkonde behorende bij Stufe III worden ingeleverd. In geval van overlijden van de gedecoreerde moest de medaille worden ingeleverd. De oorkonde kwam beschikbaar voor de erfgenamen. De medailles die in 1955 werden uitgereikt, gingen nog niet vergezeld van een oorkonde. Die werden pas later uitgereikt. 

In de "DDR Spezialkatalog Band I" van Bartel worden vier typen onderscheiden van de "Medaille für treue Dienste in den bewaffneten Organen des Ministeriums des Innern für 15 Dienstjahre":

1. (1957 - 1970) type b: 31,7 mm zonder staatswapen op de voorzijde, non-ferrometalen

2. (1971 - ) type c: 31,7 mm met staatswapen op de voorzijde, non-ferrometalen

3. type d: 32 mm, non-ferrometalen

4. ( - 1990) type e: 32 mm, vermessingd