Gotthelf Wiede en zijn schoonmoeder Johanne Sarfert richtten in 1867 de steenkoolfabriek Morgenstern Sarfert & Wiede op. In hetzelfde jaar verwierven ze mijnbouwrechten op Reinsdorfer Flur en begonnen ze Morgensternschacht I aan te leggen. De onderneming grensde aan de kolenbouwvereniging Zwickau-Oberhohndorf en de kolenfabriek Florentin Kästner & Co. Het bedrijf werd op 25 april 1889 omgevormd tot de Gewerkschaft Morgenstern.

In 1920 verwierf Morgenstern de steenkoolmijn Zwickauer-Brückenberg en in 1930 de steenkoolfabriek Florentin Kästner. Na de Tweede Wereldoorlog werd Brückenberg omgedoopt tot de Karl Marx-steenkoolfabriek en Morgenstern en Florentin Kästner tot de Martin Hoop-steenkoolfabriek. Beide behoorden tot VVB Steinkohle uit Zwickau. In 1968 werd de kolenproductie van de VEB-kolenfabriek Karl Marx geïntegreerd in de VEB-kolenfabriek Martin Hoop.

In 1973 ontstond er een mijnbrand in Mülsenfeld (Zwickau) ten oosten van de Martin Hoop schacht IX. Daardoor moest 10% van de nog in productie zijnde mijn worden opgegeven. Dat leidde tot forse financiële verliezen. Dat was in 1974 voor de DDR-regering reden om tot de mijnsluiting te besluiten.

Op 31 december 1977, na het einde van de kolenwinning in het gebied van Zwickau, werd VEB Steinkohlenwerk Martin Hoop opgeheven.

Typen onderscheidingstekens