Beschrijving
Het "Schützenschnur für Schützenwaffen der Land- und Luftstreitkräfte" (schietkwalificatiekoord voor vuurwapens van de land- en luchtmacht) is ingesteld in 1957. Het eerste snoer werd in november 1957 uitgereikt. Het kon worden toegekend aan soldaten, matrozen, korporaals, onderofficieren, en militairen in opleiding voor onderofficier, vaandrig of officier.
Het koord werd bevestigd aan de epaulet met het lusje bij het insigne. Van 1957 tot en met 1979 werd het andere lusje bevestigd aan de tweede knoop van het uniformjasje. Sinds 1 oktober 1979 diende het aan de bovenste knoop te worden bevestigd. Het snoer werd alleen tijdens officiële gelegenheden - zoals parades - gedragen. Zodra iemand werd benoemd tot vaandrig of officier mocht het snoer niet meer worden gedragen.
Het snoer werd toegekend aan militairen die:
een voorbeeldige militaire en politieke houding hadden;
hun wapen in goede staat hielden en meteen konden inzetten;
bij schietoefeningen voldeden aan de eisen voor toekenning van het snoer.
De schietkwalificatie bestond uit vier niveaus (Stufe). Toekenning van het snoer was Stufe I; Stufe II, III en IV werden aangegeven door een stoffen eikeltje dat onderaan het koord werd bevestigd.
Vanaf 1960 volgde toekenning als voldaan was aan de eisen voor schietoefeningen én slechts in 3 klassen: het snoer was Stufe I; Stufe II en III werden aangegeven door een stoffen eikeltje dat onderaan het koord werd bevestigd. Vanaf 1982 werd er weer een Stufe IV toegeveogd.
In de periode 1960 - 1985 zijn ongeveer 590.000 stuks toegekend, waarvan 13.000 aan medewerkers van het "Ministerium für Staatssicherheit". Er bestonden onder andere ook koorden voor de artillerie, pantser, schietvaardigheid marine, artillerie marine, torpedo marine, en de grenstroepen.
De minister van Nationale Verdediging bepaalde op 9 juni 1985 dat er op 1 december 1985 nieuwe schietkwalificatiekoorden zouden worden ingevoerd. De eerste nieuwe koorden werden in april 1986 verleend. Oude snoeren die na 1 december 1982 waren toegekend werden omgeruild voor nieuwe.
In de periode 1985 - 1990 zijn ongeveer 266.000 stuks toegekend. Er bestonden onder andere ook koorden voor de artillerie, pantser, schietvaardigheid marine, artillerie marine en de grenstroepen.
In de "DDR Spezialkatalog Band II" van Bartel wordt een type onderscheiden.
Het zilverkleurige snoer is gemaakt van kunststof. Deze is ongeveer 43 cm lang en heeft 23 vlechtknooppunten. Op een stoffen oppervlak met daar overheen zilverkleurige knopen is een aluminium zilverkleurig insigne (46,1 mm bij 51,3 mm) bevestigd. Dit is insigne bestaat uit twee gekruiste geweren uitgerust met een bajonet. Het geheel is omgeven door een krans van eikenloof, bij elkaar gehouden door een strikje.
De marine, kustwacht en maritieme afdelingen van de grenstroepen kenden een identiek, maar dan goudkleurig insigne met een blauw koord.
Een voorbeeld van een oorkonde behorende bij het "Schützenschnur für Schützenwaffen der Land- und Luftstreitkräfte".
De oorkonde is uitgereikt aan Soldat Detlef Wagner en gedateerd op 10 april 1990. De oorkonde is ondertekend door "Oberstleutnant Haase". Het betreft een echte handtekening. De oorkonde heeft code: NVA 14 603 Ag 117 XXVI06/200-86.
Aan de achterzijde van de oorkonde konden verdere opleidingen worden geregistreerd.
Tekst oorkonde
NATIONALE VOLKSARMEE / DER DDR / URKUNDE / In Anerkennung vorbildlicher Leistungen / in der Schießausbildung / wird / Sold. Wagner, Detlef / die Schützenschnur / verliehen / O.U., den 10.04.90 / Haase /OSL / NVA 14 603 Ag 117 XXVI06/200-86
Frank Bartel, DDR Spezialkatalog Band II Auszeichnungen der bewaffneten Organe der DDR, Cottbus, 2009, 3. Auflage, p. 122 - 125.
Klaus H. Feder & Uta Feder, Auszeichnungen der Nationalen Volksarmee der Deutschen Demokratischen Republik, Berlin, 1994, p. 207 - 213.
Klaus Feder, Jürgen Wagner & Ralf Swoboda, Militärische Abzeichen der Deutschen Demokratischen Republik, Berlin 1988, p. 41 - 45.
laatste bewerking: 12 IX 2021
pagina gemaakt: 2 IV 2011