type f (voorzijde)
De "Kampforden für Verdienste um Volk und Vaterland" (militaire orde voor verdienste voor volk en vaderland) werd in drie klassen toegekend: goud, zilver en brons. De onderscheiding in goud was de hoogste klasse. De Nationale Verdedigingsraad adviseerde op 26 januari 1966 positief over het instellen van de orde; de ministerraad besloot daartoe op 17 februari 1966. In het "Gesetzblatt" van 1 maart 1966 werd dit besluit openbaar gemaakt. Op deze dag werden ook de eerste medailles toegekend.
Oorspronkelijk was "Kampforden für Verdienste um Volk und Vaterland" gepland onder de naam "Orden Schutz der sozialistischen Heimat" (orde bescherming van het socialistische vaderland). De orde werd verleend:
voor opmerkelijke prestaties bij vergroting van de kracht en de paraatheid van het nationale volksleger ("NVA: Nationale Volksarmee");
bij het vervullen van opgaven ter bescherming van de staatsgrenzen;
bij versterking en vervolmaking van de socialistische landsverdediging.
De orde kon zowel verleend worden aan individuen werkzaam voor de NVA, de grenstroepen ("Grenztruppen der DDR"), de "Zivilverteidigung" (burgerbescherming), de "Deutsche Volkspolizei" (volkspolitie), de "Kampfgruppen" (paramilitaire organisatie) en het "Ministerium für Staatssicherheit" (het ministerie van Staatsveiligheid - de Oostduitse geheime dienst) als aan onderdelen ervan.
type f (achterzijde)
Ook burgers en buitenlandse militairen konden met de militaire orde voor verdienste voor volk en vaderland worden onderscheiden. De onderscheiding in een klasse kon meerdere malen worden toegekend. Ook een postume onderscheiding was mogelijk. Zo werden de grenssoldaten Unteroffizier Jürgen Lange (1955-1975), Unteroffizier Klaus-Peter Seidell (1954-1975), Fähnrich Klaus-Peter Braun (1958-1981) en Unteroffizier Eberhard Knospe (1958-1982) - die dodelijk getroffen werden door kogels tijdens hun dienst - onderscheiden met het "Kampforden für Verdienste um Volk und Vaterland in Gold".
Bij de orde hoorde een oorkonde en vanaf 7 oktober 1968 voor individuen een financiële toelage. Tevens werd er ook een maximum aantal toekenningen vastgelegd:
goud 2.000 mark, maximaal 10 toekenningen;
zilver: 1.500 mark, maximaal 25 toekenningen;
brons: 1.000 mark, maximaal 50 toekenningen.
De orde werd op de linkerborst gedragen. De orde is ontworpen door een collectief onder leiding van Klaus Bernsdorf. De orde is gemaakt bij VEB Präwema Markneukirchen.
Op 20 februari 1990 maakte het "Gesetzblatt" het Staatsraadbesluit van 5 februari 1990 wereldkundig dat staatsorden tot nader order niet meer werden toegekend en dat het betalen van een eventueel daarmee verbonden premie werd gestaakt. Dit besluit had dus ook betrekking op de 'Kampforden".
In de "DDR Spezialkatalog Band I" van Bartel worden zes typen onderscheiden van de "Kampforden für Verdienste um Volk und Vaterland in Gold" (aangevuld met één type op basis van informatie uit Feder 2011).
(1966 - 1972) type a: 41,5 bij 40,3 mm, verguld zilver - met zilvermerk 900
(1973 - 1974) type b: 41,5 bij 40,3 mm, tombak met gladde achterzijde
(1974 - 1985) type c: 41,8 bij 40,6 mm, tombak met op de achterzijde een korrelpatroon of een wafelpatroon
(1985 - 1990) type c': 41,8 bij 40,6 mm, tombak met een opgeruwde achterzijde
type d: 42 bij 40,6 mm, tombak met op de achterzijde met fijn korrelpatroon en op de voorzijde een grof korrelpatroon
type e: is gelijk aan type c, maar dan met een geel rode band, een zogenaamde "Kriegsband"
type f: 41,5 bij 40,3 op de achterzijde staat "Muster" (monster)
medaille type f
medaille type e
medaillon type c
medaillon type d
medaillon type e
medaillon type f
medaille type c (voorzijde)
medaille type e (voorzijde)
De "Kampforden für Verdienste um Volk und Vaterland" kon werden bevestigd aan twee verschillende lintjes: geel-bruin (de reguliere versie) en geel-rood (de "Kriegsband" (oorlogsband)). De medaille met dat lintje zou worden toegekend onder oorlogsomstandigheden. In de praktijk is dat niet voorgekomen.
Papieren draagteken
draagteken bij medaille f
draagteken bij medaille e
Frank Bartel, Auszeichnungen der Deutschen Demokratischen Republik von der Anfängen bis zur Gegenwart, Berlin, 1979, p. 108.
Frank Bartel, DDR Spezialkatalog 1949-1990 Band I, Staatliche Auszeichnungen, Berlin, 2003, p. 18 - 20.
Klaus H. Feder, Militärische Orden der Deutschen Demokratischen Republik, Berlin, 2011.
Klaus H. Feder & Uta Feder, Auszeichnungen der Nationalen Volksarmee der Deutschen Demokratischen Republik, Berlin, 1994, p. 18 - 23.
Klaus H. Feder & Uta Feder, Auszeichnungen im Ministerium für Staatssicherheit der DDR, Rosenheim 1996, p. 120 - 129.
Horst Liebig, Wo sie gefallen sind, stehen wir, Politische Verwaltung der Grenztruppen der DDR, 1983.
Ralph Pickard, Stasi Decorations and Memorabilia. Volume II. Lorton Virginia, 2012, p. 593.
Günther Tautz, Orden und Medaillen. Staatliche Auszeichnungen der Deutschen Demokratischen Republik, Leipzig, 1983, p. 41 - 42.
voorzijde type d