De Karl Marx Orde werd ingesteld op 30 april 1953. Dat jaar - het Karl-Marx-Jaar - werd herdacht dat deze geleerde 135 jaar geleden werd geboren en dat hij 70 jaar geleden overleed. De orde werd toegekend voor:
buitengewone verdiensten voor de arbeidersbeweging;
bijzondere toepassingen van het Marxisme-Leninisme;
de verdere verankering van het socialisme in de wetenschap, de techniek, de kunst en cultuur, onderwijs en opvoeding.
Ook de bevordering van de vriendschap met de Sovjet-Unie, andere socialistische staten en alle vredelievende volken kon onderscheiden worden met de Karl-Marx-orde.
De "Karl-Marx-Orden" was de hoogste onderscheiding die werd toegekend in de DDR.
De orde kon worden toegekend aan individuen (ook aan buitenlanders) en aan DDR-organisaties of onderdelen daarvan. De orde werd toegekend door de voorzitter van de Staatsraad en kon meerdere malen worden toegekend aan een individu of organisatie.
Bij de orde hoort een oorkonde en aan individuen werd tevens een geldpremie gegeven. Na overlijden moest de medaille door de nabestaanden teruggegeven worden aan de Staatsraad. De oorkonden konden ze behouden. Orden die door de staat werden toegekend, konden ontnomen worden in geval van onwaardig gedrag, het verliezen van het DDR-staatsburgerschap en het bekend worden van nieuwe feiten nadat de orde was toegekend en die zouden hebben verhinderd dat de orde zou worden toegekend.
Goudmerk 900 aangebracht in het draagteken
De orde werd op de linkerborst gedragen.
Op 20 februari 1990 maakte het "Gesetzblatt" het Staatsraadbesluit van 5 februari 1990 wereldkundig dat staatsorden tot nader order niet meer werden toegekend en dat het betalen van een eventueel daarmee verbonden premie werd gestaakt.
In totaal werd de Karl-Marx-Orde circa 1.100 keer toegekend.
De latere secretaris-generaal van de SED en Staatsraadvoorzitter net nadat hij onderscheiden was met de Karl-Marx-orde.
Still uit: ZDF Dokumentarfilm Die 50 Tage des Egon Krenz (2016)Een opbergdoosje voor de Karl-Marx-Orde
In de "DDR Spezialkatalog I" van Bartel worden zes typen onderscheiden van de "Karl-Marx-Orden".
(1953 - ) type a: goud 900, met toekenningsnummer 1 t/m 30, losse draagteken 14,0 bij 26,7 mm, medaille 48,7 bij 45 mm
( - 1965) type b: goud 900, met toekenningsnummer 30 t/m ± 60, losse draagteken 13,9 bij 27,8 mm
(1965 - 1981) type c: idem zonder toekenningsnummer
type d: eenvoudiger lintje bij orden die zijn ingeleverd en weer opnieuw zijn gebruikt
(1982 - 1989), type e: goud 333, 51,4 bij 47, 6 mm
type f: idem verguld brons met aan de achterzijde "Muster"
Organisaties die onderscheiden waren met de Karl-Marx-Orde, mochten het symbool voeren in hun vlag, briefpapier etc. Een voorbeeld daarvan is in het blauw weergegeven - het symbool van de orde afgebeeld op het briefpapier van "VEB IFA-Getriebewerke Brandenburg".
Draagteken bij medaille type d. Het is gemaakt van goud; daarom is het draagteken aan de achterzijde voorzien van het goudmerk "900".
Frank Bartel, Auszeichnungen der Deutschen Demokratischen Republik von der Anfängen bis zur Gegenwart, Berlin 1979, p. 106.
Frank Bartel, DDR Spezialkatalog 1949-1990 Band I, Staatliche Auszeichnungen, Berlin, 2003, p. 5.
Gesetzblatt der Deutschen Demokratischen Republik 1949 - 1990, Nr. 57 vom 5. Mai 1953.
Klaus H. Feder, Militärische Orden der Deutschen Demokratischen Republik, Berlin, 2011, p. 105.
Klaus H. Feder & Uta Feder, Auszeichnungen im Ministerium für Staatssicherheit der DDR, Rosenheim 1996, p. 120 - 129.
Ralph Pickard, Stasi Decorations and Memorabilia. Volume II. Lorton Virginia, 2012, p. 261, 264 - 265.
Günther Tautz, Orden, Preise und Medaillen. Staatliche Auszichnungen der Deutschen Demokratischen Republik, Leipzig, 1980, p. 44, 175.
draagteken uit grotere Interimsspange