Beschrijving
De titel werd ingesteld op 1 november 1953. De titel werd toegekend voor langjarige, tot voorbeeld strekkende inzet bij de leiding van collectieven. Hierbij werd bezien hun kwalificaties om de productiedoelstellingen te behalen en te overtreffen, als ook de stijging van de arbeidsproductiviteit in het bijzonder door het gebruik van nieuwe wetenschappelijke technische kennis, de handhaving van een wetenschappelijke werkorganisatie en inzetten van nieuwe werkwijzen.
De titel werd uitreikt aan 'meesters' in bedrijven, industriële complexen, organisaties actief in de volkseconomie, in collectieve landbouwbedrijven, in coöperaties en staatsorganisaties. De titel werd in de regels maar één keer toegekend aan een individu. Bij de titel hoorde een medaille, een oorkonde en een geldpremie.
De medaille werd op de linkerborst gedragen.
Het aantal toekenningen liep in de jaren op. In het begin 50 maal per jaar oplopend naar een maximum van 250 eind jaren 80.
1960: 98
1970: 115
1980: 235
1985: 250
1986: 250
1987: 248
1988: 250
In de "DDR Spezialkatalog Band I" van Bartel worden 3 typen onderscheiden van de medaille behorende bij de eretitel 'Verdienter Meister'.
(1953 - 1964) type a: achterzijde aanduiding fabrikant: Münze Berlin, bandje 36,5 bij 40,0 mm, stof 27,0 mm
(1964 - 1972) type b: achterzijde aanduiding fabrikant: Münze Berlin, bandje 33,0 bij 45,0 mm, stof 17,0 mm, achterzijde lintje: metalen plaatje
(1972 - 1989) type c: geen aanduiding fabrikant
Frank Bartel, Auszeichnungen der Deutschen Demokratischen Republik von der Anfängen bis zur Gegenwart, Berlin 1979, p. 123.
Frank Bartel, DDR Spezialkatalog 1949-1990 Band I, Staatliche Auszeichnungen, Berlin, 2003, p. 54.
Günther Tautz, Orden und Medaillen. Staatliche Auszeichnungen der Deutschen Demokratischen Republik, Leipzig, 1983, p. 150.
Statistisches Jahrbuch 1989 der Deutschen Demokratischen Republik, 34. Jahrgang, Berlin 1989, p. 133.