De ere-titel "Hervorragendes Jugendkollektiv der Deutschen Demokratischen Republik" (uitmuntend jeugdcollectief) werd ingesteld op 25 mei 1963. Deze verving de titel "Hervorragende Jugendbrigade der Deutschen Demokratischen Republik".
De titel werd verleend voor socialistische arbeid ten behoeve van de gemeenschap die leidde tot een versterking van de DDR, waar jonge socialistische personen zich konden ontwikkelen, communistische omgangsvormen en een socialistische levenswijze werden ontwikkeld en de maatschappelijke rol van de FDJ benadrukten.
De titel werd toegekend aan jeugdcollectieven. Voorwaarden is wel dat de meerderheid van de leden jonger is dan 25 jaar en dat bij het vervullen van de opdracht het collectief een eenheid vormt. Daarnaast is voorwaarde dat ze al twee jaar samenwerken en dat eerder de ere-titel "Kollektiv der sozialistischen Arbeit" of "Sozialistisches Studentenkollektiv" hebben gekregen. Dat laatste gold niet voor collectieven die werkzaam zijn in de "Centrale Jeugdobjecten", de bewapende organen en het FDJ-collectief dat de jeugdcollectieven initieert.
Na drie jaar kan de eretitel - bij gelijkblijvende uitmuntende prestaties - opnieuw verleend worden. Alle leden die bijgedragen hebben aan de prestaties en die op het moment van toekenning lid zijn van het collectief, werden onderscheiden. Tot 1978 werd de titel 50 maal per jaar toegekend, daarna 200 maal.
Bij de eretitel hoorde een oorkonde, een medaille en een geldpremie. Toekenning gebeurde in de regel door de voorzitter van de ministerraad tijdens de "Week van de jeugd en sporters". De medaille werd op de linkerborst gedragen.
In de "DDR Spezialkatalog Band I" van Bartel worden 6 typen onderscheiden van de medaille die hoorde bij de eretitel "Hervorragendes Jugendkollektiv der Deutschen Demokratischen Republik"
(1963) type a: non-ferrometalen, zilverkleurig, geëmailleerd, 30,7 mm diameter, lintje 13 bij 24,5 mm
(1963) type b: stoffen onderscheidingsteken voor op de werkkleding, 100 mm diameter
(1964 - ) type c: non-ferrometalen, zilverkleurig, geëmailleerd, 30,7 mm diameter, lintje 13 bij 24,5 mm, letters met een zwarte achtergrond verf
type d: idem geverfd in plaats van geëmailleerd, de sterpunten zijn korrelig in plaats van glad
( -1987) type e: idem, de sterpunten zijn glad
(1987 - 1989) type f: non-ferrometalen, vernikkeld, geverfd, 30,5 mm diameter, lintje 14,5 bij 24,5 mm
Frank Bartel, Auszeichnungen der Deutschen Demokratischen Republik von der Anfängen bis zur Gegenwart, Berlin 1979, p. 130 - 131 .
Frank Bartel, DDR Spezialkatalog 1949-1990 Band I, Staatliche Auszeichnungen, Berlin, 2003, p. 67.
Günther Tautz, Orden und Medaillen. Staatliche Auszeichnungen der Deutschen Demokratischen Republik, Leipzig, 1983, p. 34 - 35.