Otto Arndt werd op 19 juli 1920 in Aschersleben geboren en hij overleed op 3 februar 1992.

Arndt voltooide van 1936 tot 1939 de opleiding tot slotenmaker bij de Deutsche Reichsbahn en was hij korporaal bij de Luftwaffe tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Na de Tweede Wereldoorlog sloot hij zich aan bij de SPD en hij was een van de oprichters van de SED die voortkwam uit de fusie van de SPD en KPD. 

Hij hervatte zijn werkzaamheden bij de Deutsche Reichsbahn en voltooide de opleiding tot inspecteur en maakte al snel carrière. In 1950 werd hij voorzitter van het Reichsbahnamt Aschersleben in zijn geboorteplaats, in 1951  vice-president van de Reichsbahndirektion Dresden en in 1952 van de Reichsbahndirektion Halle. 

Nadat hij van 1960 tot 1961 de Parteihochschule had bezocht, werd hij president van het directoraat Reichsbahn in Berlijn en vanaf 1964 plaatsvervangend minister van Transport en eerste plaatsvervanger van de algemeen directeur van de Duitse Reichsbahn. In 1969 kreeg hij de titel van ingenieur voor spoorweg-, operationele en verkeerstechniek. Op 15 december 1970 werd hij de opvolger van Erwin Kramer als minister für Verkehrswesen en Generaldirektor van de Deutsche Reichsbahn.

Hij was kandidaat-lid sinds juni 1971 an het Centraal Comité van de SED en lid sinds juni 1975 en lid van de Volkskammer sinds 1976.

Ter gelegenheid van zijn 65e verjaardag wilde Arndt in 1985 met pensioen. Günter Mittag, minister van Economische Zaken bij het Politburo van de SED, drong er bij hem op aan te blijven.

Op 7 november 1989 nam hij ontslag bij de gehele DDR-ministerraad.

Hij werd o.a. onderscheiden met:

• 1964 Vaterländischer Verdienstorden in Bronze und 1980 in Gold

• 1970 Orden Banner der Arbeit

• 1974 Orden Banner der Arbeit

• 1980 Vaterländischer Verdienstorden in Bronze in Gold

• 1985 Ehrentitel Held der Arbeit

Otto Arndt werd ook onderscheiden met de volgende eretitels: 

• Ehrentitel Verdienter Erfinder;

• Verdienter Eisenbahner der Deutschen Demokratischen Republik;

•  Verdienter Mitarbeiter der Zollverwaltung der Deutschen Demokratischen Republik;

• Verdienter Angehöriger der Nationalen Volksarmee