Het "Leistungsabzeichen der Nationalen Volksarmee" (prestatie-insigne van het Nationale Volksleger - NVA) werd ingesteld op 1 juni 1956. (De NVA was even daarvoor opgericht: 18 januari 1956). Het nieuwe prestatie-insigne verving het "Leistungsabzeichen der Kasernierten Volkspolizei" dat op 28 mei 1954 was ingesteld en werd toegekend aan medewerkers van de voorloper van de NVA: de "Kasernierte Volkspolizei". Op 22 januari 1959 besloot de ministerraad van de DDR dat het "Leistungsabzeichen der NVA" een staatsonderscheiding werd. Vanaf 1 januari 1978 werd het een onderscheiding van het ministerie van Nationale Verdediging.
Het insigne kon worden uitgereikt aan militairen die bijzondere prestatie leverden in de politieke en militaire scholing als in de socialistische concurrentie. Meestal werd het insigne aan het einde van een opleiding toegekend. Een persoon kon in de regel tot drie keer toe worden onderscheiden met het imsigne. Het kon ook aan collectieven worden uitgereikt.
In eerste instantie stond er nog geen staatswapen in de vlag. Vanaf 1959 werd dit ingevoerd. Militairen kregen de opdracht om het insigne om te wisselen. De ingeleverde insignes werden later voorzien van een staatswapen en opnieuw uitgereikt.
Bij het insigne hoorde een oorkonde. Tot 1960 werd het prestatie-insigne op de rechterborst gedragen. Van 1960 tot 1972 op de linkerborst en daarna weer rechts, maar boven het borstzakje.
In de "DDR Spezialkatalog Band I" en "Band II" van Bartel worden acht typen onderscheiden van het "Leistungsabzeichen der Nationalen Volksarmee":
(1956 - 1959) type a: 45 mm bij 35 mm, zonder staatswapen, met nummer
type b: 45 mm bij 35 mm, zonder staatswapen, zonder nummer
(1960) type c: 45 mm bij 35 mm, staatswapen achteraf aangebracht, gladde achterzijde
type d: 45 mm bij 35 mm, staatswapen achteraf aangebracht, inslag op achterzijde van tegenstempel
type e: 45 mm bij 35 mm, staatswapen achteraf aangebracht, inslag op achterzijde, met nummer
(1960 -) type f: 46 mm bij 36 mm, met staatswapen
( - 1984) type g: 46 mm bij 36 mm, speldje in verdieping aangebracht.
(1984 - 1990) type h: 46 mm bij 36 mm, gemaakt van ijzer, glanzend gebronsd
Frank Bartel, Auszeichnungen der Deutschen Demokratischen Republik von der Anfängen bis zur Gegenwart, Berlin 1979, p. 154.
Frank Bartel, DDR Spezialkatalog 1949-1990 Band I, Staatliche Auszeichnungen, Berlin, 2003, p. 116 - 117.
Frank Bartel, DDR Spezialkatalog Band II Auszeichnungen der bewaffneten Organe der DDR, Cottbus, 2009, 3. Auflage, p. 66 - 67.
Klaus H. Feder & Uta Feder, Auszeichnungen der Nationalen Volksarmee der Deutschen Demokratischen Republik, Berlin, 1994, p. 151 - 157.
Klaus H. Feder & Uta Feder, Auszeichnungen im Ministerium für Staatssicherheit der DDR, Rosenheim 1996, p. 117 - 118.
Klaus Feder, Jürgen Wagner & Ralf Swoboda, Militärische Abzeichen der Deutschen Demokratischen Republik, Berlin 1988, p. 11 - 12.
Klaus H. Feder, Hans-Peter Weigelt, Abzeichen und andere Auszeichnungen der Nationalen Volksarmee der DDR. Weber Verlag, 2024, p. 26 - 43.
Ralph Pickard, Stasi Decorations and Memorabilia. Volume II. Lorton Virginia, 2012, p. 454.