medaille type i
De eretitel "Held der Arbeit" (arbeidsheld) werd ingesteld op 19 april 1950 en opgeheven 5 februari 1990. De medaille werd toegekend voor:
baanbrekende prestaties in productieprocessen die van belangrijke invloed zijn op de economie;
tot voorbeeld strekkende initiatieven en andere superieure verdiensten bij het vormen en de ontwikkeling van de socialistische maatschappij.
De titel werd aan individuen verleend. In de regel kon een persoon slechts eenmaal worden onderscheiden. Bij de eretitel hoorde een medaille, een oorkonde en een geldpremie van 10.000 mark. De verlening gebeurde op 7 oktober (de nationale feestdag) door de voorzitter van de Staatsraad op advies van de ministerraad en in afstemming met het bestuur van de FDGB: de eenheidsvakbond (Freier Deutscher Gewerkschaftsbund).
De medaille werd op de linkerborst gedragen.
In juli 1950 werden de voorwaarden voor toekenning van de eretitels 'Held der Arbeit', 'Verdienter Akivist', 'Verdienter Erfinder', 'Brigade der besten Qualität' vastgesteld door de ministerraad. Voor de titel 'Held der Arbeit' bedroeg die 10.000 mark belastingvrij en een zilveren medaille; voor de titel 'Verdienter Aktivist' 1.000 mark en een bronzen medaille; voor de titel 'Verdienter Erfinder' was er een bronzen medaille en belastingvrij bedrag dat samenhing met de betekenis van de uitvinding. (Berliner Zeitung, 28 juli 1950).
Jaarlijks konden in de regel maximaal 50 mensen worden gedecoreerd - in de praktijk week het aantal toekenningen daar nog al eens vanaf, zoals in de onderstaande tabel is te zien. (De aantallen zijn afgeleid van de publicatie van Hubrich en werden jaarlijks ook vermeld in het Statistisch Jaarboek van de DDR en in Neues Deutschland, de partijkrant van de DDR). Indien ebschikbaar zijn de aantallen uit het Statistisch Jaarboek gebruikt hieronder. In 1990 is de titel niet toegekend. In totaal zijn ten minste 3.688 personen onderscheiden met de eretitel.
draagteken "Held der Arbeit" uit grotere Interimsspange
medaille type i
1950 - 52
1951 - 58
1952 - 59
1953 - 43
1954 - 47
1955 - 15
1956 - 22
1957 - 26
1958 - 18
1959 - 37
1960 - 25
1961 - 11
1962 - 13
1963 - 11
1964 - 30
1965 - 14
1966 - 8
1967 - 12
1968 - 8
1969 - 21
1970 - 15
1971 - 13
1972 - 41
1973 - 20
1974 - 1033
1975 - 39
1976 - 63
1977 - 52
1978 - 74
1979 - 128
1980 - 49
1981 - 162
1982 - 45
1983 - 65
1984 - 994
1985 - 69
1986 - 72
1987 - 55
1988 - 64
1989 - 75
In de "DDR Spezialkatalog Band I" van Bartel worden twee hoofdtypen onderscheiden: een is rond, de ander stervormig. De ronde versie werd in 1954 tegen type c omgewisseld.
(1950) type a: rond, .835 zilver, aan lang stoffen bandje, 35 bij 32,5 mm
(1951) type b: idem, aan kort stoffen bandje. 14 bij 31 mm
(1952 - 1953) type c: idem, bandje met metalen achtergrond, 14,5 bij 30,5 mm
(1954 - 1956) type d: stervormig, verguld zilver .900, teken producent op achterzijde (MB), toekenningsnummer en jaar gegraveerd
(1954) type e: idem, maar dan met jaartallen 1950 - 1953 ter vervanging van a t/m c
(1956 - 1958) type f: idem, maar toekenningsnummer ingeslagen
(1959 - 1972) type g: idem, maar zonder toekenningsnummer
(1973 - 1974) type h: idem, non-ferrometalen
(1975 - 1989) type i: idem, maar zonder "MB" (Münze Berlin)
Na de opheffing van de DDR, heeft de Munt in Berlijn nog een reproductie gemaakt van de medaille in de vorm van een penning.
medaille type i
Bij de medaille van type i werd een draagteken verstrekt. Het is gemaakt van metaal, overtrokken met een rode stof. Op de medaille is een kleine uitvoering van de medaille aangebracht.
Frank Bartel, Auszeichnungen der Deutschen Demokratischen Republik von der Anfängen bis zur Gegenwart, Berlin 1979, p. 118 - 119.
Frank Bartel, DDR Spezialkatalog 1949-1990 Band I, Staatliche Auszeichnungen, Berlin, 2003, p. 41 - 42.
Klaus H. Feder & Uta Feder, Auszeichnungen im Ministerium für Staatssicherheit der DDR, Rosenheim 1996, p. 120 - 129.
Dirk Hubrich, Verleihungsliste zum Ehrentitel „Held der Arbeit“ der DDR von 1950 bis 1989 , juni 2013. (www.deutsche-gesellschaft-fuer-ordenskunde.de). Geraadpleegd op 28 maart 2025.
Günther Tautz, Orden und Medaillen. Staatliche Auszeichnungen der Deutschen Demokratischen Republik, Leipzig, 1983, p. 28.
Ralph Pickard, Stasi Decorations and Memorabilia. Volume II. Lorton Virginia, 2012, p. 249 - 250.
Statistisches Jahrbuch 1989 der Deutschen Demokratischen Republik, 34. Jahrgang, Berlin 1989, p. 133.