type e: voorzijde
De "Vaterländischer Verdienstorden" (Vaderlandse Orde van Verdienste) werd ingesteld op 21 april 1954 in drie klassen: goud, zilver en brons. Op 15 april 1965 werd als hoogste klasse toegevoegd: ere-draagteken goud (Ehrenspange gold). Hieraan kon de gouden orde worden bevestigd.
De "Vaterländischer Verdienstorden" werd toegekend voor:
opvallende prestaties in de strijd van de Duitse en internationale arbeidersbeweging bij de opbouw en verdediging van de DDR;
bijzondere prestaties in de strijd voor de vrede.
De orde kon worden toegekend aan individuen, aan DDR-organisaties of onderdelen daarvan en aan steden of gemeenten. De toekenning van de Vaderlandse Orde van Verdienste gebeurde door de voorzitter van de Staatsraad.
Bij de orde hoorde een oorkonde en vanaf 1974 een premie:
brons: 2.500 mark voor individu - 500 mark voor lid collectief;
zilver: 5.000 mark voor individu - 1.000 mark voor lid collectief;
goud: 10.000 mark voor individu - 2.000 mark voor lid collectief;
ereteken: 15.000 mark voor individu.
type e: achterzijde
Personen die tot en met 31 december 1973 werden onderscheiden, kregen een jaarlijkse toelage:
brons: 250 mark;
zilver: 500 mark;
goud: 1.000 mark.
Een persoon kon slechts een maal met een orde van een bepaalde klasse worden onderscheiden.
Orden die door de staat werden toegekend, konden ontnomen worden in geval van onwaardig gedrag, het verliezen van het DDR-staatsburgerschap en het bekend worden van nieuwe feiten nadat de orde was toegekend en die zouden hebben verhinderd dat de orde zou worden toegekend.
Op 20 februari 1990 maakte het "Gesetzblatt" het Staatsraadbesluit van 5 februari 1990 wereldkundig dat staatsorden tot nader order niet meer werden toegekend en dat het betalen van een eventueel daarmee verbonden premie werd gestaakt. In totaal werd "Vaterländischer Verdienstorden in Gold" ongeveer 5.500 toegekend.
draagteken dat werd versterkt bij de medaille type e
In de "DDR Spezialkatalog Band I" van Bartel worden vijf typen onderscheiden van de "Vaterländischer Verdienstorden in Gold".
(1954 - 1972) type a: goud .900, medaille vast bevestigd aan het lintje
(1972 - 1975) type c: non-ferrometalen, medaille vast bevestigd aan het lintje
(1975 - 1984) type e: non-ferrometalen, medaille aan los haakje, lintje met schroeven
(1984 - ) type f: non-ferrometalen, medaille aan los haakje, lintje zonder schroeven, achterzijde glad
( - 1990) type g: non-ferrometalen, medaille aan los haakje, lintje zonder schroeven, achterzijde met reliëf
draagteken uit grotere Interimsspange
Het rechthoekige draagteken is met overtrokken met zwart-rood-gouden stof. Onder het draagteken zit een metalen beugel bestaande uit viertal eikenbladeren. Type f en g zijn gemaakt van non-ferrometalen. Deze typen draagtekens onderscheiden zich van de andere doordat ze geen schroefjes hebben aan de achterzijde, maar gevouwen stripjes.
Het gewicht bedraagt 12,9 gram (gefotografeerde draagteken).
In 1974 kreeg de "Hauptabteilung Filmaufarbeitung" (FA) (hoofdafdeling filmverwerking) de "Vaterländischer Verdienstorden in Gold". De leider van de eenheid Leni Bienia heeft een groot aantal geborduurde emblemen voor de werknemers laten maken. Deze droegen het embleem op hun linkerborst van hun witte jassen en blauwe overalls.
Van 17 december 2003 tot en met 29 februari 2004 werd in het Filmmuseum Wolfen een tentoonstelling georganiseerd over de onderscheidingen in de DDR (Ausstellung "Ausgezeichnet. Zum Auszeichnungswesen der DDR"). Bezoekers konden hun kaartje gratis inwisselen voor een origineel geborduurd embleem van de "Vaterländischer Verdienstorden in Gold".
Frank Bartel, Auszeichnungen der Deutschen Demokratischen Republik von der Anfängen bis zur Gegenwart, Berlin 1979, p. 106 - 107.
Frank Bartel, DDR Spezialkatalog 1949-1990 Band I, Staatliche Auszeichnungen, Berlin, 2003, p. 6 - 7.
Klaus H. Feder, Militärische Orden der Deutschen Demokratischen Republik, Berlin, 2011, p. 105.
Klaus H. Feder & Uta Feder, Auszeichnungen im Ministerium für Staatssicherheit der DDR, Rosenheim 1996, p. 120 - 129.
Ralph Pickard, Stasi Decorations and Memorabilia. Volume II. Lorton Virginia, 2012, p. 262 - 263, 588 - 591.
Staatliche Auszeichnungen der DDR. (Herkunft: Zentralbibliothek der Gewerkschaften; Standort: Haus 901 / Raum 040). Die Kartei wurde 2017 konvertiert und anschließend makuliert. (www.bundesarchiv.de) p. 145.
Günther Tautz, Orden und Medaillen.Staatliche Auszeichnungen der Deutschen Demokratischen Republik, Leipzig, 1983, p. 122 - 123, 175.