Type g
De "Vaterländischer Verdienstorden" (Vaderlandse Orde van Verdienste) werd ingesteld op 21 april 1954 in drie klassen: goud, zilver en brons. Op 15 april 1965 werd als hoogste klasse toegevoegd: ereteken goud (Ehrenspange gold). De "Vaterländischer Verdienstorden" werd toegekend voor:
opvallende prestaties in de strijd van de Duitse en internationale arbeidersbeweging bij de opbouw en verdediging van de DDR;
bijzondere prestaties in de strijd voor de vrede.
De orde kon worden toegekend aan individuen, aan DDR-organisaties of onderdelen daarvan en aan steden of gemeenten. Echter, het ereteken was alleen bedoeld voor individuen.
Aan het ereteken werd de "Vaterländischer Verdienstorden in Gold" bevestigd.
De toekenning van de "Vaterländischer Verdienstorden" gebeurde door de voorzitter van de Staatsraad. Orden die door de staat werden toegekend, konden ontnomen worden in geval van onwaardig gedrag, het verliezen van het DDR-staatsburgerschap en het bekend worden van nieuwe feiten nadat de orde was toegekend en die zouden hebben verhinderd dat de orde zou worden toegekend. Op 20 februari 1990 maakte het "Gesetzblatt" het Staatsraadbesluit van 5 februari 1990 wereldkundig dat staatsorden tot nader order niet meer werden toegekend en dat het betalen van een eventueel daarmee verbonden premie werd gestaakt. In totaal werd de "Ehrenspange" ongeveer 1.000 maal toegekend.
Het ereteken werd op de linkerborst gedragen.
Afgebeeld is een reproductie van een stoffen draagteken "Vaterländischer Verdienstorden: Ehrenspange".
In de "DDR Spezialkatalog I" van Bartel worden drie typen onderscheiden van de orde "Vaterländischer Verdienstorden: Ehrenspange".
(1965 - 1972) type a: goud .900, verleend met orde
(1973 - 1989) type b: non-ferrometalen, achterzijde glad, verleend zonder orde
(1989) type g: idem, achterzijde met reliëf
Frank Bartel, Auszeichnungen der Deutschen Demokratischen Republik von der Anfängen bis zur Gegenwart, Berlin 1979, p. 106 - 107.
Frank Bartel, DDR Spezialkatalog 1949-1990 Band I, Staatliche Auszeichnungen, Berlin, 2003, p. 6 - 7.
Klaus H. Feder, Militärische Orden der Deutschen Demokratischen Republik, Berlin, 2011, p. 105.
Klaus H. Feder & Uta Feder, Auszeichnungen im Ministerium für Staatssicherheit der DDR, Rosenheim 1996, p. 120 - 129.
Ralph Pickard, Stasi Decorations and Memorabilia. Volume II. Lorton Virginia, 2012, p. 588 - 591.
Günther Tautz, Orden und Medaillen. Staatliche Auszeichnungen der Deutschen Demokratischen Republik, Leipzig, 1983, p. 122 - 123, 175.