I-147 Verdienstmedaille der Nationalen Volksarmee in Bronze
Medaille van type i
Achtergronden
De "Verdienstmedaille der Nationalen Volksarmee" (medaille voor verdienste in het Nationale Volksleger) werd ingesteld op 1 juni 1956. De medaille kende drie klassen: goud, zilver en brons. De medaille werd toegekend voor:
superieure verdienste en bereidheid tot inzet bij de opbouw van het Nationale Volksleger;
superieure prestaties in de leiding van de troepen, in politieke en militaire opleiding en opvoeding, bij het onderhoud en instandhouding van technische uitrustingen en wapens.
De medaille werd toegekend aan individuen en sinds 28 april 1960 ook aan collectieven door de minister van Nationale Verdediging.
Medaille type c
stoffen draagteken bij medaille type c
Medaille type i
Medaille van type c
Ook de minister van Staatsveiligheid kon de medaille toekennen. Erich Mielke - de toenmalige 'Minister für Staatssicherheit' - keurde de onderscheiding voor de Sovjet luitenant-kolonel Vladimir Poetin goed, de latere Russische president. Hij werd op 8 februari 1988 (de 38ste verjaardag van het 'Ministerium für Staatssicherheit') onderscheiden met de "Verdienstmedaille der Nationalen Volksarmee in Bronze". De medaille kon meerdere keren worden toegekend aan dezelfde persoon. Na het overlijden van de gedecoreerde, moest de medaille in eerste instantie worden ingeleverd.
Bij de medaille hoorde een oorkonde. In 1968 werden financiële premies vastgelegd, net als het jaarlijks maximum aantal toekenningen:
goud: 400 mark; maximaal 200 toekenningen
zilver: 300 mark; maximaal 800 toekenningen
brons: 200 mark, maximaal 3.000 toekenningen.
In de periode 1968 - 1969 werd het aantal maximaal aantal toekenningen opgehoogd vanwege het 20-jarige bestaan van de DDR: goud: 300, zilver: 1.200, brons: 3.500.
Van de medaille was ook een grote versie beschikbaar van ongeveer 33 cm om aan de muur te hangen.
De medaille is ontworpen door de Berlijnse graficus Paul Gensch. De medailles werden gemaakt door "VEB Münze der DDR" in Berlijn.
De medaille werd op de linkerborst gedragen.
De opvolger van het ministerie van Nationale Verdediging was het ministerie van Ontwapening en Verdediging. Dit ministerie ontstond op 12 april 1990 en hield op te bestaan op 2 oktober 1990 - één dag voor de Duitse eenwording. Minister was Rainer Eppelmann, een voormalige dominee en dienstweigeraar.
Minister Eppelmann gaf de opdracht voor het ontwerp voor een nieuwe medaille "für Verdienste bei der Abrüstung". Ten tijde van gesprekken over de Duitse eenwording was een van de scenario's dat in de nieuwe Duitse staat twee legers naast elkaar zouden bestaan. Dus was de redenering dat er dan ook nieuwe onderscheidingen zouden moeten komen voor het voormalige DDR-leger die niet meer de associatie hadden met de symbolen van de DDR. Omdat het Nationale Volksleger met ingang van 3 oktober 1990 niet meer bestond; is de "Verdienstmedaille für Verdienste bei der Abrüstung" nooit uitgereikt.
Typen medailles
In de "DDR Spezialkatalog Band I" van Bartel worden acht typen onderscheiden van de "Verdienstmedaille der Nationalen Volksarmee in Bronze":
(1956 - 1957) type a: brons, 35 mm, met toekenningsnummer, twee punten* in het omschrift aan de voorzijde
(1958 - 1959) type b: brons, 35 mm, met toekenningsnummer, zonder punten* in het omschrift aan de voorzijde
(1959 - 1960) type c: brons, 35 mm, zonder toekenningsnummer, zonder punten* in het omschrift aan de voorzijde
(1960 - 1968) type d: brons, 34,7 mm, zonder toekenningsnummer, met punten* in het omschrift aan de voorzijde
(1968 - 1976) type e: non-ferrometalen, 34,7 mm, tekst achterzijde "Arbeiter und Bauern-Macht" (een streepje*)
(1977 - 1983) type g: non-ferrometalen, 34,7 mm, tekst achterzijde "Arbeiter-und-Bauern-Macht" (drie streepjes*)
(1984 - 1986) type h: non-ferrometalen, 35 mm, losse aren* in het staatswapen aan de achterzijde
(1987 - 1990) type i: non-ferrometalen, 35 mm, aren aaneengesloten* in het staatswapen aan de achterzijde
* De verschillen tussen de punten, streepjes, arenkransen worden hier getoond.
Het draagteken is opgenomen in een "Interimsspange" die gemaakt is door "VEB Münze der DDR, Berlin". Er zijn ook 15 andere onderscheidingen opgenomen.
Papieren draagteken
Bronnen
Frank Bartel, Auszeichnungen der Deutschen Demokratischen Republik von der Anfängen bis zur Gegenwart, Berlin 1979, p. 153.
Frank Bartel, DDR Spezialkatalog 1949-1990 Band I, Staatliche Auszeichnungen, Berlin, 2003, p. 110 - 111.
Klaus H. Feder, Die zeit danach, Kameradschaften und Traditionsvereine der NVA der DDR nach 1990, Schönau, 2022, p. 12.
Klaus H. Feder, Militärische Orden der Deutschen Demokratischen Republik, Berlin, 2011, p. 119, 121.
Klaus H. Feder & Uta Feder, Auszeichnungen der Nationalen Volksarmee der Deutschen Demokratischen Republik, Berlin, 1994, p. 51 - 57.
Klaus H. Feder & Uta Feder, Auszeichnungen im Ministerium für Staatssicherheit der DDR, Rosenheim 1996, p. 77 - 78. Friedemann Bedürftig, Geschichte der DDR, Köln, 2007, p. 118.
Michael Joos, Luft- und Raumfahrt in der DDR, Medaillen, Plaketten, Abzeichen, 2007, p. 12.
Michael Joos, Luft- und Raumfahrt in der DDR Teil II, Medaillen, Plaketten, Abzeichen, 2011, p. 30.
Ralph Pickard, Stasi Decorations and Memorabilia. A Collector's Guide. Lorton Virginia, 2007, p. 75 - 98.
Ralph Pickard, Stasi Decorations and Memorabilia. Volume II. Lorton Virginia, 2012, p. 454, 580 - 585.
Ralph Pickard, Stasi Decorations and Memorabilia, Volume III, Lorton Virginia, 2018, p. 708 - 709.
Günther Tautz, Orden und Medaillen. Staatliche Auszeichnungen der Deutschen Demokratischen Republik, Leipzig, 1983, p. 129.
laatste bewerking: 12 VI 2022
pagina gemaakt: 28 II 2010
