I-128 Clara-Zetkin-Medaille

Oorkonde 1963

Een voorbeeld van een oorkonde behorende bij de "Clara-Zetkin-Medaille". De oorkonde is uitgereikt aan Hedwig Speer naar aanleiding van de 53ste wereldvrouwendag 1963: 8 maart. 77 vrouwen en één collectief werden op die dag onderscheiden. De medailles werden uitgereikt tijdens een feestelijke gebeurtenis in het gebouw van de ministerraad.

Hedwig Speer was "Maschinistin" in de bruinkolenfabriek Laubusch in "Kreis" Hoyerswerda. Ze werd onderscheiden vanwege haar bijdrage aan de opbouw van het socialisme. Enkele jaren later - ze was inmiddels "Kesselwärterin im Kraftwerk des Braunkohlenwerkes 'John Schehr'" te Laubusch - werd Hedwig Speer onderscheiden met de "Vaterländischer Verdienstorden in Bronze". Reden was haar bijdrage aan de opbouw van het socialisme en de vestiging en de versterking van de DDR (december 1966).

De oorkonde is niet ondertekend door de toenmalige voorzitter van de ministerraad Otto Grotewohl, ook niet door zijn eerste plaatsvervanger Willi Stoph, maar door Bruno Leuschner (1910 - 1965). Hij was van 1955 tot zijn dood plaatsvervangend voorzitter van de ministerraad. Hij werd in 1931 lid van de KPD. De periode van 1936 tot en met 1945 heeft doorgebracht in tuchthuizen en concentratiekampen. 

Van 1952 - 1961 was hij voorzitter van de "Staatliche Plankommission"; 1950 - 1965 lid van het Centraal Comité van de SED; 1958 - 1965 lid van het Politbureau van het Centraal Comité van de SED, 1953 - 1965 lid van de "Volkskammer" (het DDR-parlement); 1960 - 1963 lid van de Staatsraad; 1960 - 1965 lid van de Nationale Verdedigingsraad. De oorkonde is voorzien van een droogstempel van de ministerraad.

Neues Deutschland, 9 maart 1959

Tekst oorkonde

DER VORSITZENDE DES MINISTERRATES / DER / DEUTSCHEN DEMOKRATISCHEN REPUBLIK / VERLEIHT / HEDWIG SPEER / ALS ZEICHEN DER ANERKENNUNG / HERVORRAGENDER VERDIENSTE / BEIM AUFBAU DES SOZIALISMUS / IN DER / DEUTSCHEN DEMOKRATISCHEN REPUBLIK / DIE / CLARA-ZETKIN-MEDAILLE / BERLIN, AM 8. MÄRZ 1963 / STELLVERTRETER DES VORSITZENDEN / DES MINISTERRATES

Oorkonde 1964

Een voorbeeld van een oorkonde behorende bij de "Clara-Zetkin-Medaille". De oorkonde is uitgereikt aan Luise Ermisch naar aanleiding van de 54ste wereldvrouwendag 1964: 8 maart. Tegelijk met de medaille en de oorkonde kreeg zij een draagbewijs uitgereikt.

Ermisch is op 20 mei 1916 geboren in Halle (Saale). Van 1930 tot en met 1933 is zij opgeleid tot dameskleermaker. Daarna was ze werkloos, totdat ze in 1937 aan de slag kon als kleermaker. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werkte ze als lasser. 

Na de oorlog werd ze naaister bij VEB Hallesche Kleiderwerke. Vanaf 1954 werd "Luise-Ermisch-Methode" voor planopsplitsing gepropageerd. Ieder bedrijfsplan werd opgesplitst zodat iedere brigade en arbeider een deel had en tevens werden productiecijfers voor kwaliteit vastgelegd. Hoeveelheid en kwaliteit werden beoordeeld en waren leidend bij toekenning van onderscheidingen. Van 1951 tot en met 1971 was ze bedrijfsleider van VEB Hallesche Kleiderwerke. Daarna bij VEB Belkleidungswerke Mühlhausen, totdat ze in 1976 met pensioen ging. 

Ze werd in 1950 lid van de SED en tevens lid van de "Volkskammer" (het parlement van de DDR). Dit bleef ze tot 1981. Van 1954 tot en met 1981 was ze lid van het Centraal Comité van de SED - van 1958 tot en met 1963 was kandidaat-lid van het Politbureau. Van 12 september 1960 tot 13 november 1963 was ze lid van de "Staatsrat".

Luise-Ermisch

De oorkonde is ondertekend door Willi Stoph (eerste plaatsvervanger van de voorzitter van de ministerraad). Het betreft een echte handtekening; geen facsimile. De voorzitter van de ministerraad was op dat moment Otto Grotewohl. Deze laatste heeft de oorkonde waarschijnlijk niet ondertekend omdat hij sinds 1960 ernstig ziek was. Sinds 1962 trad Willi Stoph al op als zijn plaatsvervanger. Grotewohl overleed op 21 september 1964; hij werd opgevolgd door Stoph.

De oorkonde is voorzien van een stempel van de ministerraad.

stempel van de voorzitter van de ministerraad

Handtekening met pen van Willi Stoph, eerste plaatsvervangend voorzitter van de ministerraad

Luise Ermisch kreeg de medaille tegelijk met 71 andere vrouwen tijdens een feestelijke bijeenkomst in de feestzaal van het "Haus des Ministerates" op 7 maaart 1964. De minister van Gezondheidszorg Max Sefrin hield bij de gelegenheid een toespraak.

"Neues Deutschland" - de partijkrant van de SED - deed op 8 maart verslag van de uitreiking en somde alle 72 onderscheiden vrouwen op.

Tekst oorkonde

DER VORSITZENDE DES MINISTERRATES / DER / DEUTSCHEN DEMOKRATISCHEN REPUBLIK / VERLEIHT / LUISE ERMISCH / ALS ZEICHEN DER ANERKENNUNG / HERVORRAGENDER VERDIENSTE / BEIM AUFBAU DES SOZIALISMUS / IN DER / DEUTSCHEN DEMOKRATISCHEN REPUBLIK / DIE / CLARA-ZETKIN-MEDAILLE / BERLIN, AM 8. MÄRZ 1964 / ERSTER STELLVERTRETER DES / VORSITZENDEN DES MINISTERRATES

Draagbewijs 1964

Een voorbeeld van draagbewijs behorende bij de "Clara-Zetkin-Medaille". Het bewijs is uitgereikt aan Luise Ermisch in 1964 tezamen met de medaille en de oorkonde op haar naam.

Het draagbewijs heeft nummer: 893/64. Ermisch heeft niet de moeite genomen het draagbewijs te ondertekenen. Het is wel ondertekend door een medewerker van het "Büro des Ministerrates" (bureau van de ministerraad). De naam hiervan is waarschijnlijk: Monhke.

laatste bewerking: 16 VIII 2022

pagina gemaakt: 30 XI 2012